Baby op de arm en dóór

Arts met een baby in maxi cosi
Lorette Harbers

De zorg gaat altijd door,  ook thuis. Voor artsen met jonge kinderen is het voortdurend zoeken naar evenwicht. Wat zijn hun grootste uitdagingen – en wat helpt hen overeind te blijven?

‘Tijdens consulten kon ik me niet goed concentreren. Als ik een slechte uitslag van een patiënt las, werd ik emotioneel en als ik in de wachtkamer een baby hoorde huilen, begonnen mijn borsten te lekken.’

Elf weken na de bevalling van haar tweede kind keerde deze huisarts, die graag anoniem wil blijven, terug op haar werk. Dat verliep minder soepel dan ze had ingeschat. ‘De hormonen gierden nog door mijn lijf en mijn dochter zat net in een fase waarbij ze ’s nachts onrustig was.’

Terugkijkend vindt ze dat ze dit met de praktijkhouder had moeten bespreken, ook omdat ze…

Auteursinformatie

L. Harbers, MSc, senior redacteur, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Amsterdam.

Contact Lorette Harbers (l.harbers@ntvg.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Journalistiek
Public Health
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

A. Margriet
Huisman

Meesterlijk vind ik de titel van het goed onderbouwde artikel “Baby op de arm en dóór”. Het is inderdaad hoog tijd meer aandacht te besteden aan hoe het jonge ouders vergaat op de werkvloer in het ziekenhuis, ongeacht het feit of het de biologische moeder betreft of de partner die “ouder” is geworden. Sommige vakgroepen zijn tegenwoordig veel groter dan vroeger en hebben ongeveer 30 arts-assistenten (A(N)IOSsen) in dienst, waarvan meerdere tegelijk zwanger kunnen zijn. Dan kan het je op de hectische werkvloer wel eens ontglippen om tijdig de juiste aandacht te hebben. Benoem daarom een vakgroeplid per toerbeurt gedurende twee jaar om namens de vakgroep op kraambezoek te gaan. En vervolgens bij terugkeer op de werkvloer van de A(N)IOS die “ouder” is geworden in gesprek te blijven over hoe het haar of hem vergaat. Deze houding geldt overigens ook voor andere grote levensgebeurtenissen: het is een kwestie van goede sfeer en oprechte tijdige aandacht voor je A(N)IOSsen ter preventie van uitval.

 

Dr. A. Margriet Huisman, oud internist-reumatoloog, voormalig opleider reumatologie

Literatuur

-

Een goed stuk, helemaal mee eens. Er is recent veel aandacht voor dit onderwerp in de medische bladen, alsmede in de landelijke pers. Als 50-er weet ik maar al te goed hoe het was om met een jong gezin en een echtgenoot die net als ik aios in het ziekenhuis was de boel draaiende te houden. Dus betere werktijden en voorzieningen voor de jonge ouders juich ik van harte toe.

Maar wat ik in de discussie mis is de keerzijde, namelijk dat er niet gesproken wordt over hoe de  vrijgekomen gaten (in de al strakke roosters) opgevangen dienen te worden. Er komt geen vervanger, ziekenhuizen zijn gebonden aan budgetten waardoor er niet ad hoc extra personeel aangenomen kan worden. De werkbelasting van de andere collega's neemt hierdoor toe. Dit lijkt mij ook niet de bedoeling, in deze tijden van al bestaande hoge werkdruk. 

 

K. Baron, anesthesioloog