Beste collega’s,
In dit artikel bespreken we het fenomeen van negatieve-druklongoedeem. Deze relatief zeldzame maar potentieel levensbedreigende aandoening kan zowel in de eerste als in de tweede lijn gezien worden.
Longoedeem kan ontstaan door een plotselinge toename van de negatieve intrathoracale druk. Dit kan worden veroorzaakt door een zware inspiratoire ademhalingsinspanning bij een geobstrueerde luchtweg. Door een combinatie van factoren treedt vervolgens extravasatie van vocht uit de pulmonale capillairen op, waardoor longoedeem ontstaat.1
Wij beschrijven een jonge fitte man met plotse ademnood na een val van zijn fiets.
Patiënt, een 42-jarige man, werd per ambulance naar de Spoedeisende Hulp gebracht na een val van zijn racefiets. De patiënt had een uitstekende conditie en geen relevante medische voorgeschiedenis. Op het moment van het ongeluk reed hij in een klein peloton…
reactie
Met veel belangstelling lazen wij uw artikel “Plotse ademnood na een val met de racefiets” waarin u aandacht vraagt voor het fenomeen van negatieve-druklongoedeem. Onder de kop Overige oorzaken van negatieve-druklongoedeem stelt u dat “deze meest voorkomende oorzaak van negatieve-druklongoedeem vaak niet bekend is bij anesthesisten……”. U geeft niet aan waar u deze stellingname op baseert, maar wij stellen dat juist de anesthesiologen dit fenomeen erg goed kennen omdat zij er het meest mee geconfronteerd worden en pogingen tot voorkomen ervan de anesthesiologische standaard is. Bij iedere uitleiding van algehele anesthesie en ook tijdens de algehele anesthesie waarbij de luchtweg wordt gegarandeerd met een supraglottisch techniek ofwel een larynxmasker. Bij een endotracheaal geïntubeerde patiënt kan er geen negatieve-drukoedeem ontstaan tenzij de tube geobstrueerd wordt tijdens spontane ademhaling b.v. door dichtbijten. Het vrijmaken en/of houden van de luchtweg bij een patient met eigen ademhaling tijdens of net na algehele anesthesie heeft als belangrijkste doel het voorkomen van het door u onder de aandacht gebrachte fenomeen. Gelukkig komt het negatieve-druklongoedeem maar zeer weinig voor maar er zijn een paar factoren waarbij de anesthesioloog extra op haar of zijn hoede is in dit kader. Dit zijn jonge patiënten met een supraglottische luchtweg omdat deze patiëntencategorie gemiddeld genomen veel stress ondervinden en ook intrinsiek sterk zijn waardoor wanneer zij bij een laryngospasme een zeer-negatieve druk kunnen genereren tegen een gesloten luchtweg. Wanneer de anesthesiediepte dan onvoldoende is is er nog een risicofactor. Verder is na detubatie het manipuleren van het hoofd, lees het aanleggen van een bandage om het hoofd/aangezicht na bijvoorbeeld een ingreep aan het oor een risico voor het induceren van een negatieve-druk longoedeem door het obstrueren van de luchtweg terwijl de patiënt spontaan ademt.
Kortom, de medische beroepsgroep die zich het meest bewust is van het door u beschreven fenomeen, is juist bij uitstek de anesthesiologie.
Bittner EA, Postoperative airway and pulmonary complications in adults: Etiologies and initial assessment and stabilization. In: UpToDate, Connor RF (Ed), Wolters Kluwer. (Accessed on june 15, 2025)
Parotto M & Ellard L, Extubation following anesthesia. In: UpToDate, Connor RF (Ed), Wolters Kluwer. (Accessed on june 15, 2025)
Deepika, K., Kenaan, C. A., Barrocas, A. M., Fonseca, J. J., & Bikazi, G. B. (1997). Negative pressure pulmonary edema after acute upper airway obstruction. Journal of clinical anesthesia, 9(5), 403-408.
Luo, M., Li, M., & Qin, Z. (2025). Negative pressure pulmonary edema resulting from upper airway obstruction during the post-anesthesia recovery period: a case series and literature review. BMC anesthesiology, 25(1), 1-7.
Devys, J. M., Balleau, C., Jayr, C., & Bourgain, J. L. (2000). Biting the laryngeal mask: an unusual cause of negative pressure pulmonary edema. Canadian journal of anaesthesia, 47, 176-178.
Mańkowski, W., Radkowski, P., Onichimowski, D., & Dawidowska-Fidrych, J. (2022). The practical considerations of managing negative pressure pulmonary edema for anesthesiologists–literature review. Polish Annals of Medicine, 29(2).
reactie auteurs
Als reactie op ons artikel "Plotse ademnood na een val met de racefiets" deelden collegae Panhuizen en Gelissen hun ervaring met negatieve-druklongoedeem binnen de anesthesiologie.
Wij waarderen hun waardevolle aanvulling ten aanzien van de bekendheid van het negatieve-druklongoedeem binnen de anesthesiologie en de te nemen preventieve maatregelen voor dit fenomeen in de perioperatieve situatie
Wij zijn verheugd te vernemen dat dit fenomeen goed bekend is binnen uw vakgebied, en erkennen dat anesthesiologen hier wellicht het vaakst mee geconfronteerd worden. Juist omwille van het laatste, kozen wij in ons artikel ervoor om anesthesiologen expliciet te benoemen, mede gezien wij in onze rol als consulent vanuit de Longgeneeskunde in meerdere ziekenhuizen betrokken zijn geweest bij postoperatieve patiënten waarin dit beeld alsnog als verrassende bevinding naar voren kwam.
Ons doel met het artikel is vooral om het negatieve-druklongoedeem onder de aandacht te brengen bij een breed klinisch publiek. Hoewel het postoperatief kan optreden, zoals bij anesthesie, kan het ook buiten deze context voorkomen, zoals geïllustreerd in onze casus. Met name in spoedsituaties of buiten de operatiekamer is het van belang dat ook andere zorgprofessionals, zoals huisartsen, ambulancezorgverleners, SEH-artsen, snijdend specialisten, cardiologen en longartsen, alert zijn op deze diagnose.
Wij hopen met onze publicatie bij te dragen aan meer herkenning en tijdige behandeling van dit relatief zeldzame, maar potentieel ernstig klinische beeld.