In de rubriek ‘10 vragen over’ beantwoorden experts veelvoorkomende vragen over een bepaald onderwerp. Test je kennis met de onlinetoets.
Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand kan het proces van signalering tot behandeling soms jaren duren. Hoe stel je een ontwikkelingsachterstand vast, welke diagnostiek zet je in en welke behandelmogelijkheden heb je? Een overzicht.
Toets voor nascholing
Aan dit artikel is een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kan verdienen. De toets is beschikbaar tot 27 augustus 2027.
Overzicht van te behalen accreditatiepunten
| Specialisme | Punt(en) |
|---|---|
| Alle BIG-erkende specialismen | 1 |
- Deze toets geldt voor alle BIG-erkende specialismen en levert je 1 nascholingspunt op. De toets is geaccrediteerd door ABAN, NAPA, KNMP, NVZA en V&VN.
- De toets telt mee binnen en buiten het eigen vakgebied voor medisch specialisten, huisartsen, sociaal geneeskundigen, specialisten ouderengeneeskunde, apothekers, physician assistants en verpleegkundig specialisten.
- De toewijzing van punten verloopt via PE-online (het herregistratiesysteem) na het invullen van je BIG-nummer.
Samenvatting
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich langzamer dan leeftijdsgenoten in één of meerdere ontwikkelingsdomeinen. In dit artikel bespreken we hoe men ontwikkelingsachterstand signaleert en waarop men moet letten bij anamnese, lichamelijk onderzoek en ontwikkelingsonderzoek. De differentiaaldiagnose is breed: naast genetische, neurologische en metabole oorzaken kan ontwikkelingsachterstand ook verworven zijn door biologische of sociale factoren. Aan de hand van gereviseerde NVK-richtlijn ‘Etiologische diagnostiek bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand of verstandelijke beperking’ (2025) beschrijven we welke diagnostiek en behandeling ingezet kan worden. Zo hebben kinderen met een ontwikkelingsachterstand hebben baat bij multidisciplinaire therapie en passend onderwijs. Ook beschrijven we welk specialisme welke rol heeft in het zorgproces (netwerkzorg).
Ontwikkelingsachterstand
Het lijkt een open deur intrappen, erop te wijzen, dat je voor medische condities in de ontwikkelingsfase (groei) moet proberen er vroeg bij te zijn. Maar net als bij idiopathische scoliose (mijn beroepsfocus) moet je veel meer snappen, hoe een gezonde ontwikkeling hoort te lopen, om de aanloop (prodromen) te kunnen zien. Dat hoort bij de hier beschreven ontwikkelingsstoornissen ook zo te zijn. Maar als er een kinderarts/ medisch wetenschapper is geweest die de afremming van motorische ontwikkeling, of het niet goed stimuleren ervan, verantwoordelijk heeft gesteld voor de brede, ook neurocognitieve ontwikkelingsstoornissen, dan is het de arts dr. Maria Montessori. Haar kennis over de volgorde van ontwikkeling heeft vele decennia al onze kennis over hoe belangrijk "Lichamelijke Opvoeding" incl. vrij spel, stoeien, ravotten, buitenspelen, vanaf het begin, is voor de neurocognitieve ontwikkeling, mede bepaald. Het is merkwaardig, dat de enorme toename van sedentair gedrag (vanaf de Maxicosy) en de enorme invloed die al die digitale content die zittend vanaf beeldschermen het kinderbrein bereiken, in dit stuk niet worden meegenomen, als moderne "civilisatie"-factoren die gezonde groei/ ontwikkeling, ook die van het skelet, tegengaan.
Biologisch evolutionair gezien zijn we de enige diersoort geworden, die zijn offspring de natuurlijke bewegingsdrang en de natuurlijke (fysiek) onderzoeksdrang afremt, frustreert en soms zelfs onmogelijk maakt. Zelfs Darwin benoemt dit al ongeveer. Maar sowieso is de bewegingsarmoede of hypokinesie vanaf de start (of zelfs in de zwangerschap) een bewezen rem op de ontwikkeling. In de naoorlogse drang om bij ons alles van vroeger (en Duits!) weg te doen en ons in onze manier van leven maar ook in de de wetenschap naar de Amerikanen te gaan voegen is deze ontwikkelingskennis ook overboord gegaan. Hele generaties werden hier"verSpockt", terwijl b.v. in de Scandinavische en "Oostbloklanden" dit wel werd voortgezet.
Nu moet er een ingewikkeld netwerk worden opgebouwd, om de oplettendheid en kennis, die vroeger bij de ouders aanwezig was (uit de Gezondheidsleer) te gaan opvangen. Het bij de literatuur genoemde boek van Buytendijk kon dan ook geen tweede druk krijgen en verdween met de Mammoetwet uit alle opleidingen.
Prof.dr.F.J.J. Buytendijk: Algemene theorie der menselijke houding en beweging als verbinding en tegenstelling van de physiologische en de psychologische beschouwing; 1948; Uitg.: Spectrum Utrecht/ Standaard Antwerpen in de serie van de Universitaire bibliotheek voor Psychologie (red.Michotte en Nuttin)